In de jaren vijftig van de vorige eeuw (1950-1955) was hij lid van DESS, liet hij in een reactie op de website weten. Hij vroeg zich af of er nog een elftalfoto is waar hij op zou kunnen staan. Zijn medespelers waren onder anderen Gerard Hogesteger, Cees Kos, Anne Verhoef en Cor of Kees Stapel. Hij volgt nog steeds de resultaten van de club. Toen hij lid was van DESS woonde hij in de Baarsdorpermeer (gemeente Berkhout) aan de grens van de Zuidermeer. Op de fiets ging hij naar Benningbroek en als er dan bijvoorbeeld een uitwedstrijd was tegen MFC in Medemblik, ging hij daar ook nog eens op de fiets naar toe. Zelfs toen hij een paar keer in het eerste elftal speelde met de bekende doelman Frans Vulker moesten ze ook per fiets naar de uitwedstrijden. Hij kan zich geen enkele keer herinneren dat ze met de auto ergens naar toe gingen. Indertijd had Henk Breeuwsma veel contact met de toenmalige wedstrijdsecretaris Harm de Roos.
In 1960 verhuisde hij naar Purmerend, waar hij nu nog woont. In zijn werkzame leven was hij constructeur bij machinefabriek Stork in Amsterdam. Daar werkte hij van zijn achttiende tot zijn 58ste, toen hij met vervroegd pensioen kon. Inmiddels is hij 77 jaar en zijn zijn tegenwoordige hobby’s: schaken, het schrijven van korte verhalen en – samen met zijn vrouw – stijldansen (twee keer per week) in Hoorn en Amsterdam.
Hier volgt zijn herinnering aan de voetbalclub uit zijn jeugd:
“Sporten werd door mijn ouders niet gestimuleerd. Met de buurjongens voetbalde ik vaak op het land van een boer of op de parkeerplaats van melkfabriek De Ster. Maar als een boer je op zijn land zag, werd je weggestuurd en bij de melkfabriek werd je ook weggestuurd, want daar waren ze bang dat je een raam kapot zou schieten.
Toen vriendjes van mijn school in Wognum lid werden van een voetbalclub, wilde ik dat natuurlijk ook wel. Maar dat gaf thuis veel problemen. Op zondag voetballen paste al helemaal niet in een kerkelijke opvoeding. Toch ben ik op een gegeven moment met de jongens meegegaan naar DESS (Door Eendracht Sterk Sijbekarspel); de voetbalclub in Benningbroek/Sijbekarspel. Ik trainde mee op gewone schoenen en met gewone kleren; zodoende kwam ik ‘op doel’ te staan. En toen we tegen andere clubs moesten aantreden, kreeg ik toch toestemming om mee te gaan. Mogelijk ben ik eerst wel zonder toestemming meegegaan, maar dat weet ik niet zeker. Niks geen mooie sportschoenen of een gekleurd voetbalbroekje! En ook zonder sportkousen en scheenbeschermers. In het begin van de jaren vijftig in de vorige eeuw werd dit bij de junioren nog toegestaan.
Gat in de grond
Het voetbalveld lag ongeveer een kilometer buiten het dorp Benningbroek aan een rustige landweg waar nog geen bewoning was. Water en elektriciteit waren daar niet voorhanden. Er stond weliswaar een houten hok dat als kleedkamer diende, maar als je je wat op wilde frissen moest je het water met een klein emmertje uit de naast gelegen sloot halen. Ook een toilet ontbrak. Achter het hok was een gat in de grond waar de jongens een plas konden doen. Voor ernstiger zaken moest je de fiets nemen naar het dorpscafé naast het witte kerkje. Was het veld nat, dan zat je van top tot teen onder de modder. Na de wedstrijd veegde je met water en een oude krant het ergste van je lichaam, trok een andere broek aan en fietste naar huis. Hoe ik dit met mijn moeder oploste is mij nu nog steeds een raadsel.
Abe Lenstra
Voetbalverenigingen waren er in Berkhout, Spierdijk, Wognum en uiteraard in Hoorn. Waarom ging ik dan toch naar Sijbekarspel? Waarschijnlijk omdat een vriendje van school mij meetroonde. Ik dacht dat het Joop Zeeman was. In Berkhout kende ik eigenlijk niemand; in Wognum en Spierdijk waren katholieke clubs en in Hoorn moest je toch wel met goede sportkleding aankomen.
Abe Lenstra was mijn grote voorbeeld, al zal ik dat wel ingefluisterd hebben gekregen van mijn broers. Zij namen me verscheidene keren mee naar het stadion te Heerenveen waar ‘ûs Abe’ dan voetbalde. Vanuit Hoorn vertrokken er een aantal bussen met voetbalsupporters naar deze Friese plaats als daar een thuiswedstrijd was. Wij mee dus! En telkens als we het kleine dorpje tussen Bolsward en Sneek passeerden, riepen ze tegelijk: ‘Daar ligt Nijland!’ Friese nostalgie.”
Henk Breeuwsma, Purmerend
Voor wie graag nog meer herinneringen leest: het jubileumboek van DESS 75 jaar (dat naar Henk is opgestuurd) is nog steeds verkrijgbaar in de kantine. Voor slechts vijf euro maak je er dat ene familielid of die verre vriend blij mee die de uitgave indertijd heeft gemist. Misschien weet je nog wel een oud-clubgenoot die al jaren niet meer in het dorp woont maar graag leest over de club van zijn jeugd, of je geeft een exemplaar aan elk van je kinderen. En je eigen voetbalherinneringen kun je natuurlijk ook altijd kwijt in Odessa.