Onze club kan niet zonder vrijwilligers. Ook dit seizoen zullen er verschillende mensen voor even op de voorgrond treden, zodat we hen beter leren kennen. Deze keer is het de beurt aan: Dave Moolevliet (22).
Wie op maandag- of woensdagavond in de buurt van het DESS-veld is, loopt de kans dat ie een trainer hoort. Dave is namelijk bezig met zijn team (DESS JO13). “Thuis noemen ze me ‘de nieuwe Gerrie’, omdat ik (net als mijn vader) luid en duidelijk te horen ben tijdens het training geven. Ik woon op de Burgemeester Elmersstraat en als de wind goed staat, kunnen ze me thuis horen.”
Vader Gerrie was ook een fanatieke jeugdtrainer, die zijn stem goed gebruikte en hij heeft die genen doorgegeven aan zoon Dave. Er zijn meer van die genen doorgekomen, want ook qua werk zitten ze op één lijn. Vader heeft zijn eigen stoffeerdersbedrijf en ook Dave is werkzaam in die wereld. Sinds 1 juli werkt hij in Heerhugowaard, daarvoor in Spanbroek. “Ik mocht alleen komen werken in Spanbroek als ik ook de opleiding ging volgen. Dat ben ik toen gaan doen. Sinds juli werk ik dus bij een ander bedrijf, maar ben ik wel doorgegaan met de opleiding. Ik heb voor ogen om de opleiding af te maken, een aantal jaar voor een baas te werken en uiteindelijk zelfstandig verder te gaan.”
Tot zover de toekomst, nu het verleden: Dave voetbalde zelf vanaf zijn 5e tot zijn 16e bij DESS. Daarna moest hij noodgedwongen stoppen door blessures aan de knieën en enkels. “Ik heb op veel verschillende posities gestaan, maar toen we naar groot veld gingen werd ik de vaste keeper. Ik was één van de jonkies in een team met o.a. Timo Kool en Robin Bontekoning. Als keeper kreeg ik naast de teamtrainingen ook nog 1x per week keeperstraining van Anthony Molina. Hij matte je helemaal af en aan het eind was ik helemaal stuk. Ik trainde met Sjoerd Beuker en mijn vader, dus ik was behoorlijk de jongste, maar dat maakte Anthony geen bal uit.”
Het vrijwilligerswerk wat Dave doet is hem ook met de paplepel ingegoten. Moeder Angelique zat bijvoorbeeld in het jeugdbestuur en zus Amy gaf ook training. Voor een maatschappelijke stage voor school hielp Dave met het draaien van velddiensten op zaterdagen en floot hij jeugdwedstrijden. “Goed dat dat nog steeds gedaan word bij DESS. Hierdoor weet je wat het is om scheidsrechter te zijn en krijg je meer respect voor de scheidsrechters bij je eigen wedstrijd.”
“Toen Amy ruim anderhalf jaar geleden ging stoppen met training geven bij DESS, zei ik dat ik het wel van haar wilde overnemen. Een aantal keren was ik al mee geweest met haar trainingen en ik wilde graag weer iets met voetbal gaan doen. Toen ik weer op het veld stond, wist ik dat ik het echt gemist had.” Dat jaar trainde hij de JO11, dit seizoen dus de JO13. Naar eigen zeggen ligt dit team hem beter. “De jongens zijn met wat meer, doordat dit een elftal is en ze zijn wat ouder, dat vind ik leuker.”
Vorig seizoen is Dave (samen met Nikita van de JO11) begonnen met de trainerscursus Pupillentrainer. Wegens corona is de cursus inmiddels al 2x stilgelegd, maar toch pikt hij er de nodige kennis van op. “Het is een prima cursus, maar als hij aaneengesloten zou worden gegeven was het wel beter geweest. Nu heb je soms een idee in je hoofd en komt er daarna een tijd geen bijeenkomst meer, waardoor dingen verwateren. Je moet er steeds weer opnieuw inkomen, al kan niemand er wat aan doen dat het steeds wordt stilgelegd natuurlijk.”
Bij DESS trainen we nu al een tijdje met thema’s. Ik vind dat erg prettig werken, want er wordt gerichter getraind nu. Een ander goed punt bij DESS vind ik de sfeer. Het ‘ons kent ons’ principe bevalt me erg goed. Je kan met iedereen een praatje maken en de lijntjes zijn kort. De meeste mensen ken je wel uit het dorp, dus dat praat makkelijk, al kan dat ook wel eens een nadeel zijn.
Aan het eind van ons gesprek vraag ik Dave of er nog andere dingen zijn waar hij zich mee bezig houd. Er blijkt nog een hobby te zijn, die helemaal los van het voetbal staat: musical.
“Mijn zusje zat bij een musicalgroep en ze gingen een stuk spelen waar één man voor nodig was. Amy vond dat ik dat wel kon doen. Toen ik vertelde dat ik wel een keer mee wilde om te kijken wat het is, begroette iedereen me daar alsof ik al “ja” gezegd had. Toen bleek dus dat Amy al had gezegd dat ik het zou doen en kon ik eigenlijk niet meer terug.
Zingen doe ik het liefst niet. Af en toe raak ik toon, soms niet. Amy zegt altijd: ”Jij hebt het talent er altijd een halve toon naast te zitten.”