Onze club kan niet zonder vrijwilligers. Ook dit seizoen zullen er verschillende mensen voor even op de voorgrond treden, zodat we hen beter leren kennen. Deze keer is het de beurt aan: Jack Vlaar (65).
Iedereen die op zaterdag wel eens bij de jeugdwedstrijden komt kijken heeft hem wel eens zien lopen. Meestal sjouwend met doelen en pionnen om de velden klaar te zetten of juist weer op te ruimen, soms gezellig op het terras met een welverdiend kopje koffie.
Als supporter op zondag bij verschillende DESS-teams is hij ook te zien. Meestal onopvallend, hier een daar een praatje en even helpen waar dat nodig is.
“Ik ben zo’n 10 jaar geleden door Ruud van Leeuwen gevraagd om te helpen met het klaarzetten van de velden. Toen Ruud stopte ben ik dat blijven doen, maar toen met Robin van den Bosch. Verder heb ik 1x geholpen bij de groenploeg. Ik had een vrije dag en ben even wezen oefenen. Als ik met pensioen ben, wil ik graag aansluiten bij de groenploeg. Ook heb ik 1x kantinedienst gedraaid. Er kwam iemand niet opdagen en Anita vroeg mij dat te doen. Gelukkig was het rustig en heb ik alleen wat koffie uitgedeeld.”
Behalve deze eenmalige taken, heeft Jack ook heel wat dingen erg lang gedaan: “Zo’n 30 a 35 jaar geleden zette ik altijd koffie tijdens de training van de selectie. Als ze dan klaar waren, konden ze gezellig nog even nazitten. Ook maakte ik in die tijd elke vrijdag alle kleedkamers schoon. Toen waren dat er nog maar vier. Ik woonde toen op het hoekje van de Sportlaan en de Slochter.
Hetgeen ik het langst gedaan heb is het rondbrengen van de Odessa. 40 jaar lang heb ik dat gedaan, terwijl ze destijds m’n broer hadden gevraagd dat te doen. We deden dat in het begin samen, maar al snel kreeg hij het te druk met huiswerk enzo. Toen ben ik het blijven doen tot 2015, want toen verdween de Odessa. Sindsdien hoef ik maar 1x per jaar de Voetbalweek Odessa rond te brengen. In die tijd heb ik ook m’n kruisbanden gescheurd met voetballen, maar toch bracht ik de Odessa rond. Ook was er zo’n 5 jaar geleden een brand op de Westerstraat. Ik moest zowel aan de ene kant, als aan de andere kant zijn. Ik ben uiteindelijk door de brandweer om de brand heen geleid om aan de andere kant te komen en later ook weer terug om weer naar huis te kunnen.” Als je de brandweer zo ver krijgt om het nut van de Odessa in te laten zien, ben je pas betrokken bij je werk. Iedereen wist zelfs toen op tijd wanneer hij of zij verwacht werd bij de Voetbalweek.
“Ook heb ik zo’n 10 jaar gevlagd bij m’n neefje Jaimy en later bij m’n nichtje Mandy. Ik kwam eigenlijk altijd kijken en werd toen gevraagd te vlaggen. Ook elke keer als Jaimy mocht invallen bij DESS 2 werd ik meegevraagd om te vlaggen.”
Zelf heeft Jack ook lang gevoetbald bij DESS. “In 1968 werd ik lid. Ik was toen 9 en speelde m’n eerste wedstrijd op 2e hands schoenen van Jan Kool. Een jaar later was DESS 40 jaar. Bij die gelegenheid kwam de nummer 10 van Ajax (Dick van Dijk, doelpuntenmaker in de Europa Cup 1 finale in 1971) bij DESS langs. Dat pakte ik mooi even mee.”
“M’n eigen carrière leidde van de jongste jeugd tot een paar invalbeurten in het eerste. In 1978 scheurde ik m’n kruisband, maar dat werd pas in 1992 bij een kijkoperatie ontdekt. Toen lieten ze het zo, maar in 1998 bij een tweede kijkoperatie werd besloten dat ik toch een nieuwe kruisband moest.”
Op z’n 17e maakte hij zijn debuut in het eerste. Bij een 5-0 achterstand mocht hij een kwartiertje meedoen. “Ze dachten zeker dat ik er even 5 zou inschieten”, zegt hij lachend.
Meestal werd hij links- of rechtsachter neergezet. Ik moest vaak op de betere spits van de tegenstander en die overal volgen waar die heenging. “Als die spits zei : ‘Heb ik stroop aan m’n reet ofzo’, dan had ik het goed gedaan.” Hij heeft ook lange tijd in de Dirk Brothers gespeeld (DESS 3 in die tijd onder leiding van Dirk Broers). “Het gezelligste team waar ik in zat.”
Buiten DESS werkt Jack bij de HVC. “Ik ben daar schoonmaker”, zegt hij bescheiden, maar dat is wel erg simpel omschreven. In de grote machines die daar draaien valt van alles tussen de machines in. In speciale kleding, met behaalde certificaten en veel precisie haalt Jack dat weg, zodat de machines weer verder kunnen. Sinds 2008 doet hij dat.
Daarvoor werkte hij 14 jaar bij de Melkunie in Heiloo. Het machinaal vullen van melkpakken was daar één van z’n werkzaamheden.
De 14 jaar daarvoor was hij actief bij kaasmakerij Aurora in Opmeer. “Toen ik daar kwam voor kennismaking en een rondleiding zag een werknemer mij lopen. Ik was een klein ventje van 55 a 60 kilo. “Die gaat het hier niet lang volhouden.” Dat moet je mij niet zeggen. Dan zet ik m’n tanden erin en zorg ik ervoor dat ik het lang volhoud.”
Hardlopen is zijn grote hobby. Meestal rondjes van zo’n 10 km. Vaak alleen, soms met iemand anders erbij. “Ik kwam op een gegeven moment met last van stress bij een dependance van het RIAGG terecht, Daar begeleidde iemand me, die hardlopen ter ontspanning had aangeraden. We bouwden dat samen op en na een tijdje hoefde ik niet meer te komen. Er waren inmiddels wat andere mensen bij de groep gekomen en omdat ik zo lang kon blijven lopen, werkte dat niet echt motiverend voor de anderen. Ik ben sindsdien altijd blijven lopen. M’n snelste 10 kilometer liep ik net binnen de drie kwartier, maar dat is al een tijdje geleden.”
Jack is typisch zo’n voorbeeld van een vrijwilliger waarvan je er het liefst nog tien hebt: Steekt z’n handen uit z’n mouwen wanneer dat gevraagd wordt, staat voor anderen klaar, zeurt nooit en is ontzettend betrouwbaar. We hopen dan ook met z’n allen dat hij nog lang bij DESS te zien is. Mocht u hem tegenkomen op ons terrein, maak dan vooral eens een praatje met hem. Een woordgrapje komt ongetwijfeld voorbij en verder treft u een erg vriendelijke man.
